Vier maanden op het Caribische eiland Saba

Af en toe komt er een onverwachte kans voorbij en kun je die alleen maar met twee handen aangrijpen.

 
Voor ons is dat Saba en de mogelijkheid om de huidige dierenarts tijdelijk te vervangen. Eva gaat namelijk 3,5 maand in Nederland werken en bij vrienden en familie zijn.
Vroeger, voordat Eva haar kleine kliniek opende, was de veterinaire hulp op het eiland alles behalve vanzelfsprekend. Voordat Eva er was, kwam de dierenarts van Sint Maarten één keer in de zoveel weken een heel weekend over. Dan werden alle operaties gedaan en eventuele zieke dieren behandeld. Alle spoedgevallen moesten met de boot of vliegtuig naar Sint Maarten komen. Wat inhield dat de ergste gevallen het niet gingen redden. En vóór deze regeling met de dierenarts van Sint Maarten hadden ze iemand van de lokale bevolking die met zelfstudie alles leerde. Op een klein eiland moet men nu eenmaal flexibel zijn. Maar met de verloop van de jaren, de officiële opening van de kliniek en de gewenning aan hun ‘eigen’ dierenarts zijn ook de eisen en de afhankelijkheid hoger geworden. De Sabanen zijn dan ook erg blij dat we officieel naar hun toe komen!
 
Het betekend wel dat we even moeten doorrijden naar Noord Argentinië, naar Cordoba, naar Cristian. We zullen vanaf Cordoba vliegen en Buca zal bij Cristian blijven. Cristian heeft zelf drie LandCruisers, dus dat voelt goed! We verblijven in zijn ruime achtertuin, waar onder andere heerlijke mandarijnen groeien. Onze gastheer is ontzettend vriendelijk en als we ’s avonds binnen zitten bij zijn open haard (de avonden zijn koud) hebben we lange gesprekken en heel veel lol. Cristian is half Deens en half Duits en woont in het prachtige huis van zijn grootouders. Hij reist veel en begeleidt regelmatig tours door Salta als gids. Niet zo verwonderlijk eindigen de avonden dan ook regelmatig veel later dan 00.30 (Emiels standaard antwoord op hoelaat het geworden is) en tegen de tijd dat we vertrekken hebben we er een vriend bij.
 
Maar op 31 mei is het dan toch echt zover. Met twee zware backpacks vol met spullen voor drie maanden, vertrekken we op ons nieuwe avontuur!
Na twee relatief korte vluchten van elk zes uur, landen we op Sint Maarten in het Nederlandse gedeelte. De temperatuur is tropisch en hier daalt het besef dat we naar een andere wereld gaan pas echt in. We lopen samen met vijf anderen en met iemand van de vlieghaven voorop naar een heel klein vliegtuigje. Ik ben verbaasd want ik heb me nog niet zo heel erg verdiept in onze nieuwe thuishaven. Emiel echter wel en terwijl we instappen kijkt hij me ondeugend grijnzend aan en verteld enthousiast hoe we over twaalf minuten gaan landen (hopelijk) op ’s werelds kortste commerciële vliegbaan. Wel een hele 400 meter lang, met aan drie kanten begrenst door zee en één kant door rotsen. Terwijl mij de moed in de schoenen zakt en Emiel helemaal blij wordt, komt via de voorruit (ja, we zitten vooraan en krijgen alles in de cockpit mee…) Saba in beeld. Zelfs mijn hoogtevrees verdwijnt voor even terwijl ik The Unspoiled Queen voor ons uit de zee zie opreizen. Het is een geweldige eerste indruk van ons nieuwe tijdelijke thuis. 
 
Even wat achtergrondinformatie: het eiland Saba is een slapende vulkaan met vier lavakoepels. Saba heeft een conische vorm wat inhoudt dat er bijna geen horizontaal stuk land te vinden is. De vier dorpen zijn dan ook op de hellingen van Mount Scenery (877m) gebouwd.
 
Dan is het tijd om te dalen en te landen. Het landen op Saba is iets wat maar een paar piloten doen. Het gaat niet als er teveel wind is (we zien regelmatig een kaart voorbij komen waarbij een rondje eiland staat… één keer proberen, lukt niet, rondje vliegen, nog een keer proberen, nee, eenn terug naar Sint Maarten!) of als er te weinig wind is (je wilt immers dat de neus de lucht in ‘geduwt’ wordt bij vertrek en niet naar beneden de zee inzakt😅). Zodra de wielen de baan raken, wordt de wrijving vol aangezet en wordt er op volle kracht geremd. Soms hebben ze genoeg vaart verloren en kunnen ze gelijk de bocht naar het gebouw nemen, soms moeten ze achteruit terug.
Vandaag lukt het ze in één keer en binnen een paar minuten staan we in de rij voor de paspoortcontrole. Terwijl we alles in ons opnemen (Nederlandse teksten met daaronder Engels en Papiaments) klinkt er achter ons: ‘Hé, jullie zijn de nieuwe dierenartsen hé?’. Vol verbazing draaien we ons om, hoe dan? Dit is echter iets wat we nog veel gaan meemaken hier. Saba heeft 2000 inwoners, waarvan 500 geneeskunde studenten die voornamelijk binnen blijven en studeren. Een geheim bewaren met 1500 mensen oftewel in een groot dorp is moeilijk, zo niet onmogelijk. Als we ons voorgesteld hebben, zijn we aan de beurt. Dit is de tweede verassing. De controle wordt uitgevoerd door de Nederlandse Marechaussee en het hele gesprek is dus in het Nederlands, tot en met dat zijn favoriete stempel die van Bonaire is, met een flamingo (Saba heeft een palmboom). Voor ons is het verrassend omdat officieel Saba dan wel een BES gemeente is sinds 2010 (bijzondere gemeente in het koninkrijk der Nederlanden) maar als voertaal Engels heeft. Het eiland heeft veel wisselende koloniale overheersers gehad en de oorspronkelijke bevolking kwam overal vandaan. Hoewel er basis Nederlands onderwezen wordt op school, spreekt 98% van de bevolking Engels door de oorspronkelijke mengelmoes van nationaliteiten. Ook wordt er met de Amerikaanse dollar betaald. Maar het is dan weer niet ‘police’ maar de ‘politie’, onder het heel Nederlandse motto ‘Waakzaam en dienstbaar’. 
Vrolijk halen we onze bagage op tussen de andere zes tassen en lopen de hal uit, op zoek naar onze taxichauffeur genaamd Cuchi. Hij zet ons na wat onduidelijkheid over de sleutel bij ons huisje af in Windwardside. Windwardside is één van de vier dorpen, met de meest centrale ligging en de meeste winkels en uitgaansgelegenheden. De andere dorpen zijn de hoofdstad The Bottom, waar de overheidsgebouwen en de medische faculteit zijn gevestigd, Zions hill wat van de lokale kerk niet meer Hells gate genoemd mocht worden en St. Johns, waar de school zit.
Als we het trappetje aflopen de tuin in, komt Evette Peterson naar buiten om ons welkom te heten. Ze laat ons het typisch Sabaanse huisje zien, drie slaapkamers, een keuken, badkamer en een woonkamer allemaal op de begaande grond. Natuurlijk met witte muren, een rood dak en groene luiken en deuren zoals alle andere huizen hier. Dit huisje is van de overheid, maar ze hebben het gekocht van Mrs. Hyacinth, dus kent iedereen het huis als ‘Hyacinths house’. Nee serieus, we hebben geen straatnamen dus zeker geen huisnummers. Als mensen langs willen komen, zeg ik dat we in Hyacinths house in Windwardside zitten, aan de grote parkeerplaats, tegenover de kerk en Brigadoon (restaurant met een Friese eigenaar en Friese vlag). Als ze het dan nog niet weten, vragen ze gewoon iemand waar de dierenartsen zitten… want tegen de tijd dat Evette ons meeneemt naar de supermarkten 10 meter verderop, weet iedereen al wie we zijn!
Als we terug zijn in het huisje drinken we nog een kop thee met Evette. We zijn ondertussen wel toe aan douchen en slapen, dus na de laatste uitleg van Evette over de cisternen (grote betonnen ondergrondse bakken waar regenwater in wordt opgevangen om mee te wassen, de muggenlarven worden onder controle gehouden met guppies) en dat we voor drinkwater 5L jerrycans kunnen ophalen bij Big Rock supermarket. Het moge duidelijk zijn, wees spaarzaam met het water! Saba heeft geen zoetwaterbron en geen waterleiding, alleen een fabriek waar ze van zeewater zoet water maken. Als je cisternen leeg zijn kun je iemand bellen die ze komt vullen met een vrachtwagentje: 60 dollar per 1000 gallon. Het is veel nieuwe informatie en voor we het weten vallen we in een diepe slaap. De eerste keer weer in een echt bed sinds enkele maanden, onder het toeziend oog van Beatrix en Claus die hier aan de muur hangen.
 
De eerste twee dagen ontdekken we het eiland te voet en met de auto van Eva. Deze auto is, naast dat het stuur rechts zit, op twee manieren typisch een voorbeeld van de mentaliteit van Saba.
1) De deur op slot? Maar op Saba wordt nooit ingebroken of gestolen! Dus we vinden de auto volgens instructies op de parkeerplaats met de sleutel op het dashboard en deuren open. Beter nog, deze deuren kunnen niet op slot. Heel leuk, maar het is een klein onopvallend grijs autootje. En ik ben blond. Uiteraard stap ik een maand later nietsvermoedend in een andere kleine grijze auto op de parkeerplaats. Nog beter is dat het vroeger zelfs doodnormaal dat je bij haast even iemand zijn auto leende! Moet je nu bedenken als je buitenkomt en de auto is er niet meer…
2) Dit autootje, als de prototype Sabaanse auto, zit vol met ‘Saban kisses’. Wat dat zijn vraag je je af? Deuken. Grote, roestige deuken. Over de hele auto. Immers, dit is het eiland met maar één weg om te leren autorijden. Als je vroeger zakte voor je rijbewijs in Nederland, dan haalde je hem op Saba. Oftewel, niet alles gaat hier vloeiend. Ook is de Weg op sommige stukken best nauw (en de auto’s zijn steeds groter geworden, met Amerikaanse pick-ups en de gloednieuwe brandweerwagen waar iedereen aan de kant voor moet). Dus, hoe goed je je best ook doet, deuken horen erbij!
 
Er is dus op Saba één weg (14km) die van het vliegveld tot aan de haven loopt, over het hele eiland heen. De Weg is een lokale trots, omdat de Nederlanders volhielden dat het onmogelijk was om een weg aan te leggen op Saba. Toen heeft een lokale autodidact in wegenbouw, Josephus Hassell, het project overgenomen en samen met de Sabaanse bevolking de Weg in 1947 voltooid.  
 
Als we hebben opgezocht waar we kunnen duiken en een boekje met hiking trails hebben gekocht, krijgen we een berichtje van Casey. Casey Holms was in de V.S. een paraveterinair en vangt de patienten op als Eva weg is. Ze vraagt of we het leuk vinden om over twee uur met haar mee te gaan naar de praktijk omdat ze dan een patiënt heeft en we dan ook gelijk alles kunnen zien. De routine hier is een beetje dat er maandagavond ‘Clinic night’ is tussen 5 en 7 en de rest probeer je zoveel mogelijk te clusteren.
Eenmaal op de kliniek zie ik dan mijn eerste patiënt, die zoveel jeuk heeft dat hij zichzelf kapot krabt en zijn eigenaresse gek maakt. Na het algemeen onderzoek (toch weer even wennen) en de behandeling lopen we met Casey de twee ruimtes en apotheek door. De voorste kamer bevat de koelkast, het voer, de kennels en de archiefkast met de patiëntendossiers. De achterste kamer is de behandel- en operatiekamer, met toegang tot de kast met medicatie, operatiesetjes, weegschaal etc.
Casey verteld dat zelf twee grote ridgebacks heeft en een oudere stafford. Ook heeft ze een kat van 16 met onderontwikkelde kleine hersenen, waardoor hij altijd dronken lijkt. Hij heet dan ook Mr. Wobbles. Het is gezellig en als we klaar zijn, geeft ze ons de praktijkmobiel en gaan we naar huis. Heel snel daarna belt ze ons alweer, er is een kitten aangereden in de Bottom. De verantwoordelijke is er niet meer bij maar twee geneeskundestudenten hebben haar gevonden. Ze hebben alleen geen vervoer. Casey rijdt op en neer en wanneer we aankomen zien we al gelijk dat het geen goed nieuws is. Haar rechtervoorpoot is gebroken en ze is apathisch. Bij verder onderzoek heeft ze ook geen gevoel in haar achterpoten. Toch willen we haar een kans geven in de hoop dat het alleen zwelling is die drukt op de zenuwen in de rug en geen breuk. Met sterke pijnstilling, onderhuids infuus met suiker en nog wat andere medicatie nemen we haar mee naar huis. Ze leeft even op en eet zelfs, maar als ze terugvalt en teveel pijn krijgt, euthanaseren we haar alsnog. We worden gelijk met onze neus op de feiten gedrukt, we zijn hier veel beperkter dan thuis. Dieren kunnen ons misschien niet vertellen wat er mis is, maar met röntgen, echo en bloedapparatuur komen we heel ver. Nu zijn Emiel en ik veel meer afhankelijk van onze ervaring en zullen we vaker op onze intuïtie moeten handelen.
 
De rest van het weekend is het rustig en geeft ons de tijd om de eerste keer Mount Scenery te beklimmen. Het is een supermooie route, door verschillende soorten vegetatie. We gaan van droge grond met borstelige struikjes door regenwoud en zien ontzettend veel onderweg. Zelfs een slang!
De rest van de dagen sprinten voorbij. Voor we het weten draaien we volop mee in onze nieuwe woonplaats en bestaan onze dagen uit afspreken met nieuwe vrienden, duiken en snorkelen en het eiland verkennen.
 
De kliniekavonden
 
Elke maandagavond tussen 17.00 en 19.00 is iedereen welkom op het inloopspreekuur. Mensen komen voer halen, ontworming of wachten met hun dier tot ze binnen kunnen komen. Eigenlijk is elke kliniekavond goed bezocht, behalve als het regent (dat is echt teveel van het goede). Het is chaotisch en ontzettend gezellig. Mensen blijven langer hangen en anderen wachten rustig hun beurt af, terwijl ze over vanalles met elkaar kletsen. De eerste avond komen we er al achter dat er drie achternamen zijn waar eigenlijk iedereen onder valt: Johnson, Hassell en Peterson. Dat maakt het soms moeilijk om een patiënt terug te vinden. Na een tijdje hebben Emiel en ik een systeem dat redelijk werkt. Ik roep de patiënten binnen en soms heeft Emiel dan al de bijbehorende file in de archiefkast gevonden. Dit is niet eenvoudig vanwege de veelvoorkomende achternamen maar ook omdat Eva niet iedereen onder hun achternaam classificeert. Zo staan sommige klanten onder hun bedrijfsnaam (Hotel Tropics) of alleen hun voornaam of onder de naam van hun dier geregistreerd. Het resultaat is dat we vaker niet de gegevens dan wel hebben, zelfs als we samen met klanten zoeken. Het leidt over algemeen tot hilariteit en volledige verwarring onder dierenartsen en klanten. Als ik dan eenmaal binnen het dier onderzoek, regelt Emiel de rest voor. Hij verkoopt voer, waarbij het soms zo snel gaat dat hij niet eens de kans krijgt om een invoice te schrijven (invoice is een bonnenboekje, alle rekeningen worden handmatig geschreven), omdat mensen gelijk weer doorgaan. Ook verkoopt hij de ontworming en probeert hij te inventariseren waarvoor eigenaren langskomen. Ook geen makkelijke taak omdat Saba ondertussen naast Aziatische immigranten ook Spaanstalige immigranten kent uit o.a. Colombia. Vaak spreken deze geen tot slecht Engels en Emiels Spaans is ook beperkt. Maar samen, met handen, voeten, google translate en soms een familielid die vertaald komen we eruit! Meestal. Ik geef toe dat ik niet begrepen had dat de Rottweiler met zijn rechterachterpoot op een BBQ kooltje had gestaan i.p.v. dat hij zelf een smetwond had veroorzaakt met likken. Dat werd pas bij het tweede bezoek duidelijk. 
 
 
Evette Peterson 
 
Evette. Evette wordt 70 als we net een weekje op Saba zijn. Maar haar leeftijd stopt haar absoluut niet, ze is altijd bezig en is van alles op de hoogte. Ze is heel lief en zorgzaam maar niet wanneer je haar tegenspreekt of vervelend bent tegen dieren. Evette is geboren op Saba, net zoals haar man Eddie. Ze hebben een tijd in Amerika gewoond en zijn toen terug verhuisd. Eén zoon is helaas overleden maar de ander woont met zijn gezin op Saba. Het is voor ons geweldig om bij Evette langs te gaan. Via haar leren we alles over Saba’s inwoners, toen en nu. De wereld is in 70 jaar heel veel veranderd. Waar vroeger het hele dorp hielp met het bouwen van hun huis, betaal je nu de aannemer daarvoor. Dat komt ook door de komst van ‘rijke’ buitenlanders die op geïsoleerde plekken grote villa’s lieten bouwen. Ook heel verdrietig omdat veel mensen dachten snel geld te verdienen door hun land te verkopen, maar daardoor nu geen plek hebben voor hun eigen huizen. Dankzij Evette beseffen we ook hoe ingewikkeld landbezit is op Saba. Met de komst van de Nederlandse overheid waren de eenvoudige kladjes geen officiële bewijzen van grondbezit meer. De enige manier om dit geregeld te krijgen is via een notaris voor heel veel geld.
Naast dat Evette nog veel doet voor de SFPCA zoals adopties van dieren regelen (en in het verleden ook verwaarloosde dieren ‘snachts redden uit tuinen: ‘laat ze me maar arresteren, dan heb ik eindelijk ook weer eens vakantie’) managed ze samen met haar zus de tweedehands kledingwinkel van het Rode Kruis. Deze zit midden in Windwardside en is elke zaterdagochtend open. Het is ontzettend druk bezocht. Ook hier is het voor mij duidelijk hoe er twee werelden zijn op Saba. Zo komt er op een dag dat ik help om de nieuwe kleren op te ruimen, een lange magere donkere man binnen. Er is iets aan hoe haperig hij reageert en hoe hij nauwelijks kan focussen, alsof zijn gedachten vertraagd zijn. Evette en Marjorie kennen hem goed en vragen gelijk of hij zijn maaltijden nog haalt bij ‘Meals on Wheels’. Hij ontkend, hij is allergisch voor die maaltijden. Evette zegt dat hij het toch moet proberen, hij moet eten. Hij mompelt iets en zegt dat hij een nieuwe broek nodig heeft. Het is lastig, omdat alles te ruim is. Maar ze vinden een broek en nog één, en onderbroeken en een heleboel shirts. Ze laten hem niks afrekenen. Evette vraagt me om het niet aan iemand te vertellen, gratis weggeven mag officieel niet.. Later zie ik de man nog vaak en we groeten elkaar altijd vrolijk. Hij zit meestal met anderen op het muurtje langs de weg en begint vaak om twaalf al met bier. Een gewoonte van veel mensen.
Evette krijgt niet veel later te horen dat de winkel niet langer mag blijven in het huidige pand. Als ze gehoor gaat halen bij de overheid is de reactie: ‘Komt daar überhaupt iemand?’.
 
 
Onze patiënten 
 
Op Saba zijn er veel katten en honden maar geen zwerfhonden (wel wilde katten). Wat jammer is, is dat er niet veel gecastreerd of gesteriliseerd wordt. Het zou nog veel minder zijn als de SFPCA er niet voor zou betalen, zodat het gratis is voor de eigenaren. Hier staat wel tegenover dat er elk jaar dat een dier niet ‘geholpen’ is, er 90 dollar betaald moet worden. De reden? Saba is een klein eiland met een kwetsbare inheemse populatie van reptielen (Iguana’s), vogels (Red billed tropic bird) en zoogdieren. Ze zijn geen match voor onze huisdieren en door deze in ieder geval te beperken, heb je geen wilde katten en honden waar je nauwelijks tot geen controle over hebt. De redenen om je dier niet te laten helpen? ‘Je ontneemt zijn mannelijkheid, zonder ballen is mijn pitbull niet langer intimiderend’, ‘Katten worden lui, ze jagen dan niet meer op de ratten’ en natuurlijk mijn favoriet ‘Ik wil fokken, want de pups kan ik voor veel geld verkopen’. Als gevolg hiervan vangen we een aantal wilde kittens op om te socialiseren. Het is een feestje om die angstige bolletjes op te zien groeien tot zelfstandige eigenwijze pubers. En laten we eerlijk zijn, hoe fijn is het om dagelijks lekker te knuffelen??
Daarnaast zie je op Saba vooral veel pitbulls, vastgeketend in de tuin of aan een hek. Het is stoer zo’n hond, maar mensen weten absoluut niet hoe ze een hond moeten houden of opvoeden. Wordt de hond agressief (zou ik ook worden met geen socialisatie en zo weinig ruimte)? Dan doen we hem weg en nemen een nieuwe, want het lag aan de hond zelf. Niet lang nadat we aankomen op Saba, word ik gebeld door een mevrouw die gelijk van wal steekt. Ze heeft een hond en ze wordt er helemaal gestoord van, hij is agressief, ze kan er niks mee en ik moet hem euthanaseren en als ik het niet doe vraagt ze iemand met een geweer om het te doen. De keuze is aan mij. Helaas krijgen we dit soort dreigementen in Nederland ook (als jij het niet doet, verdrink ik hem zelf wel. Of ik sla hem met een steen op z’n kop. Wat jij wil.) en dus schrik ik niet. Ik vraag eerst zijn leeftijd (1 jaar), wat voor een ras het is (Rottweiler/pitbullmix..lekker stoer) en ook dat ik zonder bewijs van een deskundige (in Nederland kan ik eisen dat er eerst een gedragspecialist naar kijkt, in Saba is dat wat lastig, maar weet zij veel) of heel veel getuigen de hond NIET euthanaseer. Na dit vijf keer te herhalen spreek ik met haar af dat ze me foto’s stuurt en dat de hond geadopteerd kan worden. Ik hoor niets meer van haar. Ik vraag Eva of ze de dame kent. Absoluut, ze hangt om de zoveel maanden aan de telefoon vanwege hetzelfde. Ze dacht waarschijnlijk dat als ze genoeg schreeuwde tegen de nieuwe dierenarts dat deze wel de hond zou inslapen.
 
 
Hope en Coco
 
Zo leren we ook al snel Hope en Coco kennen. Twee eigenzinnige dames die van iedereen houden en dus graag er zelfstandig op uitgaan. Hope is een beagle in de puurste vorm, alleen maar neusgericht en Oost Indisch doof. We leren haar kennen op de kliniek nadat ze besloten had de hechtingen zelfstandig te verwijderen van een wond bij haar achterpoot. Zonder dat ze een kik geeft, zet ik een paar nietjes en met een lik om me te bedanken springt ze van tafel. Hope is ook helaas een hond die aan de ketting ligt en iedereen kent haar als de hond op het muurtje aan de weg. Op die manier krijgt ze een beetje aandacht van voorbijgangers. Maar Hope is ook een Houdini en zo gebeurd het dat we bij een onweerstorm wanneer Emiel even de deur opent om 21.30 plots een gast hebben. Door het dolle heen rent ze zes rondjes om ons en over de bank heen. Emiel grijpt Hope en een handdoek om haar af te drogen en ik bel haar eigenaar. Helaas wil hij haar niet komen ophalen, we kunnen haar wel weer aan de ketting leggen… We willen haar niet met regen en onweer buiten doen en dus hebben we een onverwachte logeerpartij. In de maanden daarna weet Hope ons nog vaak te vinden, zo ook wanneer beide eigenaren van het eiland zijn. De oppas had niet begrepen dat Hope ook moest blijven slapen bij haar omdat ze anders de hele buurt wakker maakt. Het komt er op neer dat Hope drie nachten bij ons zit, samen met twee wilde vogels en vijf wilde kittens. Ondanks dat iedereen zijn eigen kamer heeft, is de sfeer gespannen en zit Hope de hele tijd met de neus tegen de deur van de katten aan. We zijn dan ook blij als Hope naar huis kan. 
 
Een week of twee na Hope’s logeerpartij blijft er een andere hond slapen. Coco is een grote dame met een rossige korte vacht en veel kracht. Oorspronkelijk zouden we misschien in haar huis verblijven terwijl haar eigenaren zes weken weggingen naar Roemenië, waar Tatjana de eigenaresse, vandaan komt. We verblijven nu echter al in Hyacinths house. Maar Coco heeft nog steeds iemand nodig die haar af en toe van de ketting afhaalt en haar aandacht geeft. Ze is een lieve hond die niet alleen kan zijn. Daarom wil Tatjana aanvankelijk dat Coco zes weken bij ons blijft. We twijfelen omdat Coco volgens Tatjana bang is voor mannen en wij midden in Windwarside zitten waar continu mensen langskomen. Daarnaast is Coco groot, te groot om in ons huisje te verblijven. En omdat ze altijd aan de ketting zit, kent ze geen commando’s en is ze niet zindelijk. Met weinig vertrouwen stemmen we in met een proefdag en -nacht. Tatjana brengt haar 08.00 ’s ochtends en zal haar om 12.00 de dag erop weer ophalen omdat we vanaf 13.00 weer andere afspraken hebben. Ze brengt Coco met een dun touwtje dat als uitlaatlijn en vastbindtouw moet dienen. De ketting komt ze later brengen, net zoals de voerbak. Naast de matige voorbereiding hebben Emiel en ik ook een hekel aan het hele kettingidee. Tatjana blijft echter maar doorpraten dat het echt wel gaat werken en hoe leuk Coco het vindt. Ik vlucht uiteindelijk naar een klant die graag wil dat ik naar de kreupele buurtkat kijk nu ze hem hebben kunnen opsluiten in hun huis. Nog niet tien minuten later belt Emiel: ‘Houston, the dog is loose. I repeat, the dog is loose.’. Blijkbaar heeft Coco verlatingsangst en is het touwtje met dunne metalen sluitingen geen match voor onze Coco. Tien minuten na vertrek van Tatjana heeft Emiel alleen nog een touwtje vast. Terwijl ik gelijk naar huis rijdt, loopt Emiel naar het kantoor van Tatjana voor overleg. Als ik parkeer, zie ik een paniekerige Coco over de parkeerplaats rennen. Met wat geduld kan ik haar bij haar halsband pakken en Emiel bellen. Geen goed begin. Tegen beter weten in blijven we het proberen. ‘S avonds blijft ze blaffen tegen iedereen die langs komt en halen we haar binnen. ‘S ochtends treffen we chaos aan. Coco heeft haar behoefte in de keuken gedaan, niet de beste manier van wakker worden. Nu is het zeker, Coco blijft niet zes weken bij ons. Om 12.00 laat Tatjana weten dat ze Coco pas om zes uur kan ophalen. We binden Coco zo stevig mogelijk vast en gaan naar onze afspraak. Een uurtje later belt een medewerker van de trailshop ons, hoort die rode hond bij ons? Hij dacht dat hij ons er mee had zien lopen? Ze loopt namelijk los over de weg…😅 We keren terug en mogen haar bij de trailshop achterlaten, totdat ze op tafel probeert te springen en joekert als een wolf als we weg gaan. We besluiten haar mee te nemen Mount Scenery op. Hier blijkt al snel dat Coco misschien wel sterk is, maar geen conditie heeft. Uitgeput komt ze beneden aan waar ze mee kan met Tatjana. Ook Tatjana had al bedacht dat het antwoord nee ging zijn. Het alternatief is dat we dagelijks Coco even uitlaten. Het wordt uiteindelijk een drukke zes weken maar ook heel gezellig. Ze weet nog twee keer los te breken (Emiel stuurt me een foto met alleen een los eindje van de riem, heel erg deja vû moment 😂). Ze weet precies hoe ze op haar achterpoten moet gaan staan en met een draai zich naar voren moet laten vallen. Uiteindelijk halen we een metalen sluiting met schroefdraad en vanaf daar gaat het goed. Ze is lieve, vrolijke hond die ons veel aan het lachen maakt, zoals wanneer ze compleet uitgeput op haar buik naar beneden schuift.
 
 
Island Fever
 
Af en toe krijgen we last van ‘Island Fever’ en boeken we een paar dagen naar een ander eiland. Sint Maarten is als eerste aan de beurt en we genieten van de witte stranden en het duiken. We zien rifhaaien, zusterhaaien en zelfs een enorme Spotted Eagle Ray! We kanoën naar Pinel Island en gaan daar snorkelen. ‘S nachts zien we zelfs een enorme zeeschildpad het strand opkomen om eieren te leggen. Op Sint Eustatius of Statia gaan we drie dagen duiken en lopen ’s middags naar de krater van de slapende vulkaan. We zijn de enige en terwijl we tussen enorme bomen en tropische planten lopen, gaat de zon langzaam onder en worden de schaduwen langer. Als we moe en bezweet weer aan de rand van de krater zijn, is de hemel oranje, roze en rood. Het is zo mooi! De dag erop gaan we eten bij een hotel van een Nederlands stel dat één keer in de zoveel tijd allemaal Indische gerechten maakt en dan een appje stuurt aan de bewoners van Statia. Via onze duikinstructeur komen we zo binnen.
 
Dominica is voor ons het bijzonderst. Ontstaan uit meerdere vulkanen is er nog veel activiteit. Daarnaast is er heel veel stromend water in rivieren en beken. Het regent dan ook bijna elke dag. Als we aankomen gaan we als eerste met onze huurauto naar Champagne beach, om te snorkelen. Het wordt al snel duidelijk waarom het strand zo heet. Vanuit het rif komen overal stroompjes kleine bubbels omhoog. Overal zien we kleurige tropische vissen. Het is geweldig mooi. De dag erop staan we met regen op. We halen onze gids op en rijden naar het begin van de hike naar Boiling lake (94°C aan de rand). Het is een hike van ongeveer acht uur en onderweg komen we langs kleine geisers waarin onze gids eieren kookt, kleine watervallen, rotsen met allerlei kleuren, waanzinnige uitzichten en een rivier om uiteindelijk bij het kokende meer uit te komen. Het is een bizar gezicht om zoveel kokend water te zien! Op de terugweg begint het weer te regenen, het stroomt met bakken uit de lucht. Volledig doorweekt, tot en met ons ondergoed, komen we terug bij de auto en pakken vlug onze droge spullen. Eerst gaan we zwemmen in Titou Gorge naar de waterval, spannend en heel gaaf! Maar het is ook heerlijk om warm en droog in de auto te kruipen. De dagen erop verkennen we het eiland verder en komen we onder andere bij Red Rocks terecht, prachtige enorme rotsen die glad gesleten zijn door wind en regen. Terwijl we erover heen lopen zien we allerlei kleuren rood, versterkt door het licht van de ondergaande zon. De dag erop zien we tijdens het ontbijt twee Agoutis door de tuin scharrelen en vertrekken we richting ons laatste avontuur op Dominica, we gaan een Canyoning trip doen! Een geweldige ervaring in een spectaculaire omgeving (hoogste sprong van een waterval was 7 meter!) en heel gelukkig gaan we terug naar Saba voor onze laatste twee weken die we zullen doorbrengen in het hotel van Eva’s vriend: El Momo Cottages.
 
Een hotel runnen
 
El Momo is dus van Andries, Eva’s vriend. Hij wil graag drie weken naar Nederland en heeft aan Emiel gevraagd of hij tijdens twee weken het hotel wil runnen. Ons lijkt het leuk en dus verhuizen we onze zooi de drieëntachtig traptreden op naar El Momo. El Momo bestaat uit zes kleine huisjes met meestal alleen een slaapkamer en daarbuiten een half open douche en toilet met uitzicht, bovenaan deze trappen. Daarnaast is er het zwembad en de receptie waarachter de woonruimte van Andries en Eva is. Daar is ook de keuken waar ontbijt gemaakt wordt voor gasten. En daarboven is de gemeenschappelijke eetruimte voor de gasten. Wat we ons al snel beseffen is dat er weinig privacy is in huis. Karen komt vaak heel vroeg binnen om ontbijt te maken en in de slaapkamer kun je alles horen. Toch is het gezellig en vliegt de tijd voorbij met het zorgen voor de vier katten, kletsen met gasten en op en neer rennen op de trappen naar patienten. Ook zijn we vaak bij de onderbuurvrouw te vinden. Jobean heeft een glasblaaswerkplaats waar ze workshops geeft. We kletsen over vanalles en worden vrienden. Ze gaat mee duiken en we maken onze eigen glaskralen bij haar. Het is een magisch proces om te zien wat voor een tere beeldjes ze kan creëren met glas. 
 
Jill Stevens 
 
Vrij snel leren we ook Jill kennen, een Amerikaanse schrijfster met een Franse man die veel reist. We komen bij haar langs vanwege ‘Goat world’. Goat world bestaat uit geiten die Jill als lammetje heeft opgevangen. Saba heeft een namelijk geitenprobleem, oorspronkelijk bijna 15.000 (op 2000 mensen). Er zijn heel veel ‘wilde’ geiten die alle vegetatie opvreten. Het gevolg is extreme landerosie waardoor niet alleen de natuur op het eiland zelf in gevaar is, maar ook de koraalriffen onder water. Door de erosie en de conische vorm van Saba, glijden grote stukken land met rotsen de zee in, op de koraalriffen. Toch is het geitenprobleem een heel geladen onderwerp. Niet voor niets staat er langs de weg in de Bottom een groot bord met ‘The goats where here before you!’. Nu geloof ik dat niet, ik denk wel degelijk dat ze met mensen naar Saba zijn gekomen, maar het illustreert heel mooi de tweedeling in de gevoelens van de inwoners. De overheid besloot op een gegeven moment met jagers de populatie in te dammen. Toen besloten ze ook dat alle geiten binnen een hek gehouden moeten worden. Dit ook omdat teveel mensen na het schieten van een geit door de jagers een vergoeding wilden: dit was hun beste geit! Uiteraard. Maar daarvoor was de geit van niemand. Maar zo krijg je helaas ook verweesde lammeren, waarvan Jill er nu al 15+ met de hand heeft grootgebracht. Ze blijven bij haar in een heel mooi omheind stuk land. Als we bij haar langskomen zien we de nieuwste baby. Bali is dan nauwelijks drie dagen oud en heeft nog een lang stuk verdroogd navelstreng aan zich. Ze is verlegen en vindt de fles niks! Wat een wereld van verschil drie maand later als ze pubert en als een echte diva op de bank springt en vriendjes moet worden met OMG (Oh My Goat) die groter is en een jongen, supereng dus. Jill is geweldig met ze. En dankzij haar en haar pizzaparties met veel wijn en geklets ontmoeten we veel andere, geweldige mensen. Maar hebben we ook avonden vol plezier met z’n drieën boven op het terras, met een uitzicht op Saba en de oceaan. Het is zo mooi en zo van een andere wereld, zeker als het volle maan is. Volledig gelukkig probeer ik alles in me op te zuigen en vast te houden, wetende dat ik dit niet snel meer zo ga zien.
 
Turtle Reef
 
Op een feestje ter ere van het zoveel jarige bestaan van de bakkerij Bizzy B, vindt Emiel gelijkgestemden. Zowel Rachel (eigenaresse van de bakkerij) als Marc en Jenneke komen uit de buurt van zijn geboorteplaats. Niet veel later nodigt Marc ons uit om te gaan snorkelen naar Turtle Reef, om daarna de avond af te sluiten met wat drinken bij het café in de haven in de warmte van de ondergaande zon. We hebben ondertussen al veel gezien in het water rond Saba, zoals een groepje zusterhaaien in de haven, maar het is uniek om zoveel schildpadden in elkaars buurt te zien. Van babies tot oude reuzen, het is geweldig en voelt heel bijzonder! 
 
We beseffen allebei ten volle, we hebben zoveel geluk met de kans om op Saba te werken.