Tierra del Fuego en Torres del Paine

Eigenlijk was het plan om kerst in Ushuaia te vieren, het meest zuidelijke stadje van Zuid-Amerika. Omdat dat niet meer gaat lukken, schrijven we op een papiertje uit hoeveel dagen we nog hebben om oud en nieuw daar te vieren. Een, twee, drie… Ongeveer vier dagen om via Rio Gallegos de grens over te steken naar Chili, dan met de veerboot om in Tierra del Fuego (vuurland) te komen en uiteindelijk bij San Sebastian weer de grens over terug Argentinië in.

Maar we gaan veel sneller dan verwacht, de tweede dag komt de eerste grens in zicht! Argentinië uit is een eitje, maar zodra we de lijn zien voor Chili beginnen we hard te lachen. Dit menen ze niet! Jawel hoor, de Chileense douane denkt er niet twee keer over na dat de rij ondertussen tweehonderd meter is, middagpauze is heilig en de wereld wacht maar een uurtje extra. Ik sluit snel aan terwijl Emiel toch even navraagt of dit inderdaad de rij is voor Chili. Toch een beetje lullig als we er over een aantal uur erachter komen dat we verkeerd staan… Maar de bevestiging komt snel, we zijn op de juiste plek! Mijn persoonlijke boodschapper peert hem wel weer gelijk naar de auto voor handschoenen, jas en een sjaal. Want het is namelijk wel erg koud volgens meneer, hier zo in de wind en de regen… Dat had ik ECHT nog niet gemerkt! Zo staan we uiteindelijk drie uur te freubelen in de Rij. We zijn overigens niet de enige die twee keer met hun ogen knipperen bij het zien van deze verkeersopstopping. Met enige regelmaat marcheert er een geïrriteerde Argentijn voorbij, alle papieren in een mapje onder de arm geklemt, om vloekend en vol gebarend met de niet bezette arm terug te lopen naar het begin en aan te sluiten… Kortom, we maken zat mee en voor we het weten rijden we Buca naar de grens waar de douaneambtenaar haar controleert op smokkelwaar. Chili is heel strikt op de invoer van etenswaren zoals fruit, zaden, groente, zuivelproducten en eieren. Terwijl ik dit schrijf zijn we al een aantal keer de grens overgestoken en zijn de ervaringen wisselend… Blijkbaar vindt de Chileense douane het af en toe net zo pittig als wij om te bedenken wat in dit grijze gebied wel of niet mee mag. ‘Nee, deze kaas wel, want hij is bewerkt.’, de volgende grens: ‘Nee meneer, geen enkele kaas mag!’ Ook hebben we al gehoord hoe de Argentijnse kant af en toe graag gebruik maakt van de totale verwarring onder de toeristen en hoe een stel de hele wijnvoorraad moest inleveren, die vervolgens gelijk verdween in een personenautootje. Ik moet nog steeds grinniken als ik weer aan dit absurde verhaal denk en de slinkse wijze waarop deze Argentijnse ambtenaar zijn eigen voorraad aanvulde, maar ben ook erg blij dat we niet dezelfde ervaring hebben. Over het algemeen zien ze onze auto en ons en geloven ze het wel. Ze trekken een paar lades open (soms klimmen ze niet eens in de auto voor de koelkast…) en vragen wat we van Chili vinden en waar we dan slapen in onze auto. We hebben zelfs een beambte gehad bij een hele kleine grensovergang die ons gewoon de grens over wuifte! Hij KEEK niet eens! To be fair, we waren de eerste auto in zes dagen en hadden het lef hem te storen in zijn Facetime gesprek met zijn vriendin. Waarschijnlijk ging het over hoe weinig er te doen was. Ons hoor je in ieder geval niet klagen!

Ook deze grensovergang passeren we nu zonder problemen. Twee lifters hebben er echter meer moeite mee omdat ze de grens alleen met een voertuig mogen passeren. Ze vragen of ze zich bij ons mogen inschrijven en zo trekken we met vier mensen over de grens in plaats van twee (en een hond!). Het zijn straatartiesten en ze verdienen hun geld met jongleren voor het stoplicht wanneer deze rood is. Zij hebben echter bij de grens veel meer problemen met Chili dan wij omdat hun jongleerballen vol met zand zitten en dat mag absoluut niet Chili in! Dus staan we een halfuur te kijken hoe de ballen leeg gegooid worden…en rijden snel door naar de veerboot. Als we aankomen zien we haar al vertrekken. De laadplank is nog omlaag maar gaat het water al in. Als de medewerker die op de kant staat ons ziet aankomen, begint hij heftig te gebaren. Met vier mensen in de auto ontstaat er nu volledige chaos. Bedoelt de man dat we moeten stoppen of doorrijden? We besluiten dat het doorrijden is en vol gas rijdt Emiel Buca de vertrekkende boot op. Vol adrenaline zien we achter ons de klep sluiten, die een vloedgolf op de boot veroorzaakt. We hebben het gehaald! Het is een woelige oversteek waarbij we regelmatig de horizon uit het oog verliezen. Het is mazzel dat we überhaupt kunnen oversteken omdat deze veerboot ook regelmatig niet kan oversteken vanwege de golven. We zijn allebei blij als we weer vaste grond voelen onder onze voeten! De volgende grensovergang is San Sebastian en deze gaat echt ontzettend snel, waardoor we voor het donker is aankomen in Rio Grande. Hier nemen we afscheid van onze lifters en vertrekken de dag erop naar Ushuaia.
 
De weg naar Ushuaia is een hele mooie en welkome verandering in het landschap. Ik wist niet wat ik kon verwachten van dit uiterste stukje Zuid-Amerika, maar wat we voor ons zien laat ons allebei vrolijk voelen. Zodra de bergen met besneeuwde toppen voor ons opdoemen en we eindelijk de bijna oneindige pampas achter ons laten, stoppen we bij het enige skigebied dat Ushuaia rijk is. Castor (bever in het spaans) is nog gesloten (het is immers zomer), maar omdat er druk gebouwd wordt kunnen we wel richting de liftjes rijden. Vooral Emiel vindt dit geweldig, ik voel me een beetje ongemakkelijk. Maar dat beetje is helemaal niks als we weer boven bij het bord van skigebied Castor staan. Op de één of de manier krijgt Emiel het voor elkaar dat de Gendarmerie (politie) die daar auto’s staat te flitsen, ons uitgebreid op de foto zet samen met Buca en eerder genoemd bord. Als de fotoshoot klaar is en we wegrijden merkt Emiel nog op ‘Ze hadden toch niks te doen.’. Ushuaia zelf is een uitgestrekte havenstad die tegen de bergen aanligt. De centrale straat is bomvol met toeristen die vooral vanaf de enorme cruiseschepen in de lager gelegen haven komen.
 
Omdat we zelfvoorzienend zijn, besluiten we op de gratis camping municipal te gaan staan. Deze ligt meer aan de rand van de stad en bereiken we via een steile weg naar beneden. We twijfelen nog, want nergens staat wat aangegeven. Maar bij het zien van drie grote overlandertrucks en wat camperbusjes, rijden we door en parkeren Buca bij stroompje tussen de bomen. We laden de fietsen uit, halen de banden van het dak, voeren onze fiets-in-elkaar-zet routine uit en gaan Ushuaia verkennen. Naar beneden gaat prima, maar die heuvels weer terug op… Ik ben heel blij met Buca!
De daaropvolgende dagen lopen we naar gletsjer Ventisquero en gaan we mee met een kanotour en hike in nationaal park Tierra del Fuego. De lupines staan vol in bloei en we hebben ontzettend mooi weer. Tijdens onze tocht door het park leren we veel over de Tehuelches, de Ona en de Selknam. Er waren in Patagonië nog veel meer native volkeren te vinden, maar grofweg zijn ze te verdelen in de landbewoners en de zeevaarders in hun kano’s. Twee punten delen ze in ieder geval allemaal: allen waren nomadische volkeren en allen zijn bijna helemaal uitgeroeid met de komst van de kolonisten. Er zijn van sommige stammen waarschijnlijk nog een paar mensen over die de taal van hun voorouders spreken, maar dit zeker weten is lastig omdat ze weigeren hun taal te spreken waar de nakomelingen van de veroveraars bij zijn.
Ook verteld onze gids dat dit land vuurland is gedoopt doordat de kolonisten bij aankomst op hun schepen overal vuurtjes zagen branden. Zowel in de kano als op land werd het vuur continu brandend gehouden om de kans op overleven in dit harde klimaat te vergroten. Bizar feitje, de nomaden droegen nauwelijks tot geen kleding, maar smeerden zich volledig in met vet van bijvoorbeeld zeehonden. Zo waren ze goed beschermd tegen de wind en regen. Toen de kolonisten kwamen en de taak op zich namen om deze verdwaalde zieltjes te bekeren tot het ware geloof, hoorde daar ook het kleden van de nieuwe schapen bij. Het onverwachte gevolg was echter dat de nomaden dagen rondliepen in zeiknatte kleding en hierdoor o.a. longontsteking ontwikkelden. Het resultaat was dat de native bevolking massaal ziek werd (ook door andere ziektes die de Europeanen meenamen) en er heel veel stierven. De rest stierf helaas door de wreedheid van de bezetters. Voor mij is dit verhaal echter ook weer een bevestiging dat wanneer de mensheid goedbedoeld wil helpen, er vaak onverwachte en verstrekkende gevolgen zijn. Zo verteld onze gids ook dat er door de kolonisten iets van tien beverpaartjes waren meegenomen uit Canada. Maar door het klimaat in Tierra del Fuego veranderde hun vacht, waardoor ze geen waarde meer hadden voor de productie van bontmutsen en jassen enzo. De kolonisten lieten ze dus los, want ook hun vlees is niet lekker. De bever vond dat ook wel een tof plan en binnen no-time waren er duizenden van deze exotische knuffels. We hebben ondertussen gezien wat de gevolgen zijn van deze harde werkers en de schade die ze veroorzaken in hun omgeving is gewoon niet te bevatten! Niet alleen gaan er veel bomen om voor het maken van de dam, maar het water achter de dam vormt een klein meer ter grootte van een voetbalveld. En in dat voetbalveld verdrinkt elke boom die nog wel overeind stond. Bomen houden blijkbaar ook niet zo van natte voeten. Ze riepen nog naar de bevers: ‘We zijn geen Mangrove!’ maar de bevers hebben dat niet meer gekregen door de noise cancelling headphones die ze op hadden tijdens het omzagen van de andere bomen. Het wordt nog erger, op een gegeven moment denkt zo’n paartje bevers: ‘Ik heb het hier wel gezien, ik voel deze scene niet meer zo’ of nog erger ‘Het wordt tijd voor een zomerhuisje’ en dan gaan die klojo’s gewoon verderop opnieuw beginnen! Het allerergste? Ik vind ze nog steeds superschattig..
 
En dan is het Oud en Nieuw! Op de veer onderweg naar Ushuaia hebben we twee Brazilianen (Tortugando) in een landrover ontmoet die naar onze camping zijn gekomen om samen met de vele andere Brazilianen het nieuwe jaar in te luiden. Ze nodigen ons uit om mee te doen aan het feestgedruis en vertellen ons iets van eten of drinken mee te nemen, net zoals de rest. Lijkt ons superleuk! We hebben ondertussen ook een Frans stel gesproken, die nog niet weten wat ze precies gaan doen. De bewuste avond beginnen we net met koken wanneer Carol en Thiago even komen kijken in onze bustent (het weer is af en toe minder en om dan niet alleen in de auto te hoeven zitten, hebben we een tent voor achter de auto mee). We nodigen ze uit om de stoelen te halen en alvast een drankje te doen. Niet veel later komen de Fransen, Tom en Rafaela langs en we weten hun stoelen er nog bij te persen in ons tentje. Het wordt gezellig, bijna te gezellig, want we hebben nauwelijks door dat het nog maar een halfuurtje tot middernacht is. Snel lopen we naar de feestende Brazilianen, waar het aftellen is begonnen. De rest van de avond kunnen we ons beiden niet helemaal meer helder voor de geest halen, maar het was absoluut een topavond!
Na een paar dagen herstel en een paar dagen kamperen in het Nationale park trekken we door naar het zuidelijkste puntje van Chili, omdat we in de laatste week van Januari een deadline hebben! We hebben namelijk een aantal maanden eerder ingeschat dat we dan toch wel bij het Nationale park Torres del Paine moesten kunnen zijn. De reden dat dit park een deadline is geworden, is vanwege de megaberoemde O- en W-trek met als hoogtepunt de Torres. We hebben besloten dat we onszelf fit genoeg achten om de W te lopen, met volledige bepakking in vier dagen. We schatten onszelf hoog in, zullen we maar zeggen. Maar het is ons in ieder geval gelukt om vier campings los te boeken en een ticket voor het park.
 
Dus niets houdt ons nog tegen! Toch? Alsof Buca al bedacht heeft wat die twee malloten van haar van plan zijn, begint ze moeilijk te doen met starten. Gelukkig helpt het als Emiel met de bijl een klap op de startmotor geeft… Niet heel denderend nieuws. We besluiten eerst Torres del Paine te bezoeken, met onze Franse vrienden, en dan weer verder te kijken. Claire heeft op de valreep besloten met ons mee te gaan. Het enige is dat de campings volzitten en dat ze alleen nog in hostels kan. Voordeel: geen gesleep met tent, matje en slaapzak!
Dus daar gaan we! We hebben besloten de W-trek van west naar oost te lopen. Dat betekend dat we ’s ochtends met de veerboot naar Paine Grande gebracht worden en eerst onze spullen daar neerleggen om dan de eerste poot van de W te lopen richting Grey. De dag begint iets gestresst, omdat we de boot echt niet kunnen missen. Gelukkig brengt Reno ons met alle rugzakken precies op tijd naar de aanmeerplaats. Het is een mooie zonnige dag en als we aankomen op de camping, registreren we ons eerst en besluiten dan om gelijk te gaan lopen. Het eerste stuk is tien kilometer lopen richting Refugio Grey en dan weer terug, om hier te overnachten. Zonder bepakking, maar lang zat! We lopen voornamelijk langs het Grey meer en stoppen rond twaalf uur voor lunch. Het is bewolkter geworden en automatisch wat frisser. We merken ook al op dat we nog geen vijf kilometer gelopen hebben.. dat belooft wat! Vanaf hier moeten we ook soms al flink stijgen en dalen. Uiteindelijk komt de Refugio in zicht. Tijd voor een drankje en de voeten even omhoog! Want niet lang daarna lopen we nog iets verder door het bos naar Glacier Grey. Vanaf de heuvel heb je een geweldig uitzicht op de gletsjer en de brokken ijs die in het meer drijven. Maar nu wordt het echt tijd voor de terugtocht want we moeten ook nog eten en een tent opzetten! We lopen langs het bord van de parkwachters waarop we lezen dat je de trail niet meer mag betreden na 15.00. Het is nu echter 15.30, maar we moeten wel, al onze spullen liggen op de andere camping! Twee dagen later horen we verhalen van mensen die echt tegen gehouden zijn en in de tent van de parkwachter moesten slapen… Mazzel dat we niemand gezien hebben. Een paar kilometer verder komen we zelfs een Huemul tegen, een hert in Patagonië dat met uitsterven bedreigd is. Heel rustig steekt ze ons pad over en kijkt niet op of om. Met een straffer tempo lopen we door en komen we uiteindelijk rond zeven uur helemaal gesloopt aan. Nu de tent opzetten en eten! Maar eerst drinken we allebei een half biertje in de gezellige eetkamer van het hostel. Dag 1 is een feit, we leven nog!
 
Dag 2 begint vroeg, rond zes uur gaat de wekker en pakken we snel onze havermoutvlokken, melkpoeder en rozijnen om pap te maken. We zien Claire met ontbijten in de tentachtige ruimte die bedoeld is voor de campinggasten. Alledrie zijn we flink stijf, dat belooft wat! Vandaag gaan we naar Campamento Francès, het middelste stuk van de W. Het is rond de 16 kilometer, waarvan het grootste deel met bepakking. De route stijgt en daalt en gaat voor een groot gedeelte door open vlaktes. Dit is deels te wijten aan de enorme bosbranden van waar Torres del Paine nog lang niet van hersteld is. Beiden zijn helaas veroorzaakt door (Israelische) toeristen, waardoor er bij ons eerste stoppunt (Campamento Italiano) zelfs een bordje hangt in het Israelisch, gemaakt door de Israelische ambassade, over wat de regels zijn … Om het nog lulliger te maken, de eerste keer was door nasmeulend toiletpapier (probeer je het goed te doen… altijd checken dat het echt uit is) en de tweede keer een sigarettenpeuk.
Doordat er weinig bescherming is, moeten we ons goed insmeren met zonnebrandcrème. Het gat in de ozonlaag is hier duidelijk aanwezig, de UV straling is hier vaak elf. Hoger kan niet op deze schaal. Maar dat houdt ons niet tegen! De uitzichten op het meer en de bergen zijn geweldig! Tijdens onze eerste drinkpauze zien we zelfs Condors overvliegen. Het eerste deel van vandaag is zwaar en we lopen allemaal een stukje uit elkaar op ons eigen tempo. Als we uiteindelijk bij Italiano aankomen, gooien we snel de backpacks bij alle anderen naast het gebouw van Guardaparque, de parkwachters. Het volgende stuk is namelijk de middelste peiler van de W en dat is heen en weer over hetzelfde pad. Daarom is er een plek gemaakt waar iedereen zijn tas kwijt kan om later mee te nemen naar het volgende punt. Verlost van onze last, nemen we ons lunchpakketje mee naar een plek met schaduw. Dat is een luxe die we ons permitteren, ’s ochtends krijgen we een kant-en-klaarlunchpakketje mee, zodat we niet zelf met brood etc sjouwen. Het is ontzettend druk om ons heen en we vermaken ons prima met kletsen met andere wandelaars en het horen van hun ervaringen en plannen. Sommigen lopen namelijk de W-trek van Oost naar West en hebben dus al de delen gehad die wij nog moeten. Anderen lopen het O-circuit, wat betekend dat ze de hele ronde doen. Maar na onze boterham zullen we er toch aan moeten, omhoog naar drie miradors! Tsja. Ik geef het grif toe, na een hele steile klim stop ik bij Mirador Francès en blijf daar terwijl de anderen doorgaan naar Brittanico. Langzaam loop ik terug naar Italiano en wacht daar op ze. De zon gaat langzaam onder en een uur nadat het pad gesloten is, komen ook Emiel en Claire terug. Terwijl we onze rugzakken opdoen, krijgt Claire echter woorden met een jongen. Ze heeft een achtergelaten wandelstok (dacht ze) meegenomen naar beneden. Nu blijkt dat de eigenaar iets verderop lag te slapen en nu is de stok kapot! Volgens Claire en Emiel was het ding al kapot, dus gaan we verder niet in op zijn beschuldigingen en eisen. Het is nu gelukkig een klein stukje verder naar onze camping. We zoeken onze plek op voor de tent, maar besluiten onder de sterren te slapen. Het is zo warm! Snel de matjes en slaapzakken uitrollen en dan helemaal naar beneden om te koken. Weer een discussiemomentje, vanwege brandgevaar heeft een andere wandelaar geklaagd over ons MSR brandertje. Maar als we ons dan verplaatsen naar hun tafel omdat alleen daar gekookt mag worden, is het weer niet goed. Vanwege onze ‘walmen’ kunnen ze niet volledig van hun pizza genieten. Zucht. We eten snel onze noodles en douchen dan in Claires kamer en later vallen we al snel onder een kraakheldere sterrenhemel in slaap. Dag twee is voorbij.
 
Snel eten we ’s ochtends onze pap en pakken onze spullen. Ook dit wordt een dag met bepakking, op weg naar onze laatste camping! Onze laatste camping is camping Central Sur, zo’n 16 km. Het is redelijk wat dalen en stijgen en de temperatuur stijgt snel, maar Claire en ik hebben al afgesproken dat we bij één van de laatste plassen gaan zwemmen om af te koelen. Het is een mooie route over een hangbrug en met genoeg beekjes om ons water weer aan te vullen. We praten nauwelijks, maar uiteindelijk komt het water voor onze geplande duik in zicht! Snel gaan de kleren uit en krijgen we zelfs een Amerikaans stel zo gek om er mee in te springen. Het water is heerlijk koud en na een paar baantjes kunnen we weer verder. Gelukkig hebben we deze pauze gehouden, want als we de hotels zien verschijnen maken we de fout dat we denken dat we er al bijna zijn… Niets is minder waar. Het gewone voetvolk van de camping moet nog zeker een halfuurtje doormarcheren! Vooral mentaal valt dat erg zwaar. Als we onze tent opzetten, zijn we blij dat het nog maar één dag is en dat we de spullen achter kunnen laten. Na een korte nacht is het dan toch echt zover, dag vier is aangebroken! Een dag met de hoogtepunt van deze hike, de Torres, oftewel de torens. Het is eerste stuk is steil klimmen over steen en zand onder een felblauwe hemel. Het zweet staat al snel op ons voorhoofd en we zijn blij als we de canyon waar we langslopen, oversteken en in bosgebied verdergaan. We zijn absoluut niet alleen, dit stuk van de W-trek is ook een populaire bestemming voor mensen die maar één dag willen hiken. Daarnaast is het zondag en is dit blijkbaar voor de Chilenen ook een populair uitje in het weekend. Uiteindelijk bereiken we de voet van het pad naar Lago Torres. Dit is het meer waar de torens aan liggen. Het is een steil pad over rotsblokken in een bos en het laatste stuk is over grint recht omhoog (niet een fijn vooruitzicht), in een omgeving waar niks groeit. Als we de laatste hoek omdraaien, kunnen we het eindelijk zien! Dankzij het mooie weer zien we ze in volle glorie en worden ze weerspiegeld in het heldere water van het meer, wat een heel mooi beeld geeft. Er zijn in totaal zo’n dertig anderen, maar terwijl we rustig onze lunch eten groeit dit aantal gestaag. Groep na groep komt aan en als we naar beneden willen gaan, zien we een enorme file van mensen die omhoog willen. Het doet me aan een rij mieren denken. Omdat het pad zo nauw is, is er geen ruimte om langs deze kolonne mieren naar beneden te marcheren. Uiteindelijk klimmen we over de rotsblokken naast het pad naar beneden en stoppen halverwege bij de camping naast de canyon voor een koude, heerlijke cola. Er zijn veel verschillende mensen en het is heel gezellig. Helemaal geweldig is dat dan ook net de gaucho voorbij komt op zijn paard met twee pakdieren erachter, beladen met water, eten en lekkere dingen. Met auto kom je hier niet, dit is de enige manier om de camping en het restaurant te voorzien van eten. Na onze pauze in de middagzon beginnen we aan onze terugtocht, gelukkig alleen maar dalen!
 
Het waren vier geweldige, hele intense dagen… nu fijn terug naar Buca.