De Noordkaap 2021

Zo’n beetje rond de zomer van 2021 begint het toch weer echt te kriebelen, we willen weer weg. Ver weg. Ondanks corona willen we zo ver weg als Buca ons kan dragen in twee weken.

We bedenken allerlei wilde plannen en het hoofddoel is de Noordkaap!

Nu is er (helaas) een kleine handicap die Emiel en ik in bepaalde mate delen met elkaar. Of handicap… Je kunt het  ook een iets te gezonde dosis optimisme noemen. Bij mij komt dat voornamelijk voort uit een serieus inschattingsprobleem van afstanden op de kaart en Emiel… tsja, voor Emiel is het onmogelijke ook haalbaar.
Dus wanneer mensen vragen ‘waar gaat de reis heen deze twee weken?’ en wij antwoorden met naar de Noordkaap, merk ik al snel dat dat niet helemaal normaal is😂.
Oké, voor de duidelijkheid, we hebben het over de Nordkapp, Noorwegen, het meest noordelijke punt van Europa.
Er is dus ook een Noordkaap, Groningen, wat ons alternatief is als we inderdaad een ruime overschatting hebben gemaakt of als we door Corona gewoonweg het land niet uit mogen. Maar optimistisch als we zijn gaan we voor de noordelijkste Noordkaap, 3134 km in een rechte lijn vanaf ons dorp in Brabant. En hé, dan hebben we al de extra detour langs Litouwen, Letland en Estland opgegeven. Maar (uiteraard een maar) we willen dan wel graag niet dezelfde weg naar huis. On the way back willen we heel graag de kerstman bezoeken in Rovaniemi, Finland (nouja, vooral ik) en dan via Zweden afzakken door Duitsland terug naar huis. Moet lukken toch? Dat vinden wij ook!

We hebben geen echte planning behalve het halen van de boot, die vanaf Hirtshals, Denemarken naar Kristiansand, Noorwegen vertrekt. Het eerste stuk is dus racen door Duitsland en Denemarken om op tijd de boot einde middag te halen. We vertrekken 2 oktober vroeg in het donker en zijn ondanks de wegopbrekingen in Duitsland op tijd bij de boot! Terwijl de zon ondergaat, verlaten we Hirtshals om drie uur later in Kristiansand aan te komen. We zijn allebei blij om weer in de auto te zitten en op het vasteland te zijn… zonder reispillen worden we allebei toch een beetje misselijk door de flinke golven.
We besluiten nog een eindje verder te rijden, totdat we in het donker bij één van de vele fjorden stoppen en hier gaan overnachten. Dit is het moment waar we iets gaan uitproberen waar ik voor de reis mee bezig ben geweest. Omdat ik dacht dat oktober weleens een koude maand kon zijn in Noorwegen in een daktent ’s nachts, hebben we een isolatielaag gekocht voor om onze daktent heen. Het is een beetje proppen om de daktent dicht te draaien met dekens, kussens én extra laag, maar met wat geduld (en duwen) gaat ze dicht. De eerste nacht is het echt weer wennen aan alle geluiden die je ’s nachts hoort en het ruizen van het water. Maar koud hebben we het zeker niet (vraag is of dat dat werkelijk komt door onze beschermhoes… ). Het allermooiste is dat we wakker worden met uitzicht vanuit de daktent op de fjord, waar op dat moment al een vissersbootje ronddobbert. Dit is voor mij het moment waarop onze vakantie werkelijk begint, in volledige vrijheid met alleen Emiel en Buca. Volledig ontspannen genieten we van ons geluksmomentje en zwaaien we naar de nieuwsgierige vissers.
Vandaag hebben we op de planning staan om Stavanger te bezoeken en dan door te rijden naar de Preikestolen! Het idee is om deze te beklimmen op Emiels verjaardag, op 4 oktober, op dierendag😁 (Jep, onze dierenarts is jarig op dierendag!). Tijd dus om onze tanden te poetsen, iets te eten en te gaan rijden. De route is heel mooi en om de haverklap komen we een waterval tegen. Daarnaast is de herfst al echt begonnen en zijn de kleuren absoluut prachtig. Het rijden langs de fjorden met aan de rand van het water bossen in rood, geel, groen en goud is werkelijk als het rijden in een levend schilderij. Ik voel me intens gelukkig en tevreden, voor mij zou het leven altijd zo mogen zijn.

Eenmaal in Stavanger bezoeken we onder andere een museum over de oliewinning van Noorwegen in de Noordzee en wat dit heeft betekend voor Noorwegen. (Nu komt er een klein stukje over de oliewinning,  dus als je dit wil overslaan, lees dan verder bij de smiley.) Na de vondst van de olie, besloot de Noorse staat om in 1990 een geldfonds op te richten (geniale zet!) waar alle olie-opbrengsten in bewaart worden. Door met dit geld te beleggen en te investeren, zitten ze ruim boven de 500 miljard euro en dit blijft stijgen. Maar door een limiet te zetten op de jaarlijkse uitgave, wordt de Noorse kroon niet te duur en kunnen ze blijven concurreren met andere landen. Dit in tegenstelling tot een bepaald land waar de opbrengsten van de gaswinning direct de schatkist in verdwijnen.. Nederland…. Sorry voor dit korte intermezzo, maar ik vind het een fascinerende manier van denken en handelen.
🤩 Ennn terug naar onze reis!
We verlaten Stavanger vandaag en rijden naar de camping vlakbij de Preikestolen. Het is rustig omdat het najaar is en de Nederlandse eigenaresse verteld dat een deel van de camping al afgesloten is vanwege de regenval en de natte grond. Ze vertrouwd er echter wel op dat onze 4×4 zich kan redden en dus kunnen we een plekje uitzoeken bij de kleine rivier. Nadat ik Emiel naar bed heb gebonjourd (ik kom zo!), pak ik de slingers die ik heb meegenomen en hang ze op in Buca. Morgen eten we taart in bed als ontbijt!

Dit zijn twee kleine appeltaartjes die ik heb meegesmokkeld uit Nederland en die gelukkig heerlijk smaken. Die van Emiel natuurlijk heeft natuurlijk een kaarsje. Nadat hij zijn wens heeft gedaan, draaien we de daktent in en rijden we naar de Preikestolen. We hebben superweer, slechts af en toe een regenbui. Het is heel gaaf om de zonnestralen door het grijze wolkendek te zien breken richting het water,  dat zo ver onder ons ligt. Eenmaal weer beneden, na wat interessante halsbrekende touren van Emiel om mooie foto’s te maken, begint het te stortregenen en rennen we het restaurant in.. mazzel! We besluiten te overnachten op dezelfde camping en sluiten de dag af met een kampvuur en marshmallows.

Het volgende wat we graag willen zien is het nationale park Hardangervidda. Omdat we te laat in de middag aankomen besluiten we om langs het bezoekerscentrum te gaan en daar gelijk te vragen wat een mooie wandelroute is. Na het spotten van echte eland (oké, een opgezette, maar
die telt ook … zolang we nog geen echte zien) besluiten we om omhoog te rijden naar het begin van de route en daar te kamperen. Ik rij een heel dun paadje omhoog en terwijl ik bid dat we geen tegenliggers tegenkomen maakt Emiel wat grapjes over hoe snel we ook weer beneden kunnen zijn als we van de weg raken. Vast heel goed bedoeld, maar ik word er niet relaxter van en ben blij als we op de parkeerplaats staan. Het is volledig verlaten en het begint al koud te worden. In de stilte en met een roze lucht eten we onze soep en gaan slapen. Later komt er nog een auto bij ons staan met twee jongens. Tegen de tijd dat wij opstaan, beginnen zij (met serieuze uitrusting) aan hun tocht. Dat wij iets minder goed voorbereid zijn, is mijn schuld. Voor mijn gevoel overdrijft Emiel altijd een beetje met zijn voorraad voor twee dagen, maar nu ben ik erg blij met zijn watervoorraad. Blijkbaar zijn we 1. een stuk minder fit dan we hoopten en zweten we best flink en 2. duurt de wandeling langer dan we dachten (door alle pauzes🤣). Dat mag de pret echter niet drukken en gelukkig is de wandeling echt heel mooi.
Het unanieme besluit is wel dat we weer even genoeg gesport hebben en dat het tijd is voor iets cultureels. Aangezien ik heel graag naar het nationale park Jotunheimen wil (het land van de reuzen!), komen we langs de Borgund staafkerk. Staafkerken zijn oude houten kerken, de eerste die werden gebouwd in de tijd dat het christelijke geloof langzaam het oude Noorse geloof (goden zoals Thor, Odin, Freya en natuurlijk reuzen) verdrong. Ooit waren er duizenden van zulke kerken, nu is het aantal op één hand te tellen. De grootste reden is dat er een wet kwam dat zoveel procent van de gemeente in de kerk moest passen en omdat staafkerken te klein waren werden ze gesloopt. Daarnaast is in deze kerken nog duidelijk de twijfel aanwezig over dat nieuwe geloof; naast het doopvont en altaar vindt men gezichten van o.a. Odin en Freya. Mocht dat Christendom dan toch niks zijn, kun je nog gemakkelijk terug naar je oude geloof (tip 1 van de middeleeuwse Noor, heb een escape voor een gegarandeerd mooi leven na de dood). De Borgund staafkerk is rond 1200 gebouwd en nog steeds in hele goede staat. Het is echt heel bijzonder om ergens rond te lopen, waar 800 jaar geleden mensen hun naam in de deurposten hebben gekerfd en daardoor nog zo duidelijk aanwezig zijn.


Na deze mooie pauze trekken we verder naar Jotunheimen en jawel, onderweg spotten we twee elanden met twee oudere kalveren aan de rand van een bos!
Er zijn verschillende mooie wandelroutes door Jotunheimen en dus besluiten we wederom gebruik te maken van het bezoekerscentrum. Daarnaast heeft Emiel nog een extra motivatie om deze te willen zien. Hij heeft namelijk al lang uitgedokterd dat hier één van de oudste houten ski’s ter wereld ligt die ooit gevonden zijn. (De alleroudste is twee weken voor onze aankomst opgegraven en ligt in de diepvries van hetzelfde bezoekerscentrum!) We komen echt net voor sluitingstijd aan … Gelukkig kan Emiel goed kletsen en hij weet de aanwezige dame dan ook te overtuigen dat hij ‘alleen maar even op en neer rent naar de ski’. Ik meen ook een selfie met een mammoet gezien te hebben daarna, maar de ski stond ook zeker op de foto.

De dame kon ons ook vertellen wat een geweldige route was om te wandelen, ook voor mensen met serieuze hoogtevrees. Naast het feit dat ook zij ons fitter inschatte dan we zijn, onderschatte ze ook mijn hoogtevrees of was in ieder geval erg optimistisch. Gelukkig ik ben ik dat ook en besluiten Emiel en ik om Besseggen ridge te gaan doen. We hebben daarbij echt mazzel, normaal vaart de boot die je naar het beginpunt brengt niet na het hoogseizoen, maar het is nu herfstvakantie en dus kunnen we mee. We slapen dicht bij het begin en parkeren Buca ‘sochtends vroeg op de parkeerplaats waar we haar 8 uur later ophalen. De tocht is mooi maar ook intimiderend. We stijgen gelijk flink en komen onderweg borden tegen met de tekst ‘Heeft u over deze afstand meer dan twee uur gedaan? Keer dan nu terug’. Geen idee wat er dan gaat gebeuren, maar in ieder geval niet terug naar de parkeerplaats, aangezien de boot maar 1x per dag gaat in deze periode. Hoe dan ook, we redden het en zelfs de hele, hele, hele (had ik al hele gezegd?) steile ridge die we letterlijk met handen en voeten moeten beklimmen overleven we. En lekker cliché, maar het uitzicht over de twee meren die elk aan een kant van de ridge liggen, is het absoluut waard! Het bijzondere aan deze twee meren is dat het donkerblauwe Bessvatnet meer dan 400 meter hoger dan het turquoise Gjende ligt. Wanneer we weer bij Buca zijn, douchen we ons snel af met koud water en trekken we verder door Jotunheimen.

Rijdend naar het noorden snap ik goed waarom mensen dachten dat hier reuzen woonden. Het landschap is ruig en verlaten. De mist hangt laag en de bergen zien er donker en onheilspellend uit. Ik ben blij dat we lekker warm in onze auto verder rijden richting Alta. Eigenlijk willen we ook naar de Lofoten, maar de boot vertrekt helaas pas de volgende dag. Daarom rijden we gelijk door naar ‘ The Rock art of Alta’, een Unesco erfgoedplek. We zijn praktisch de enige, wat heel bijzonder is omdat we zo de rotstekeningen bijna helemaal alleen voor onszelf hebben. Het is vandaag een heldere winterdag en de zon schijnt op de rotsen buiten. Alta is niet alleen bijzonder vanwege de verschillende generaties van tekeningen (elke keer kwamen mensen hier terug, soms honderd jaar later) maar ook door de manier waarop ze ontdekt zijn. Op een dag liep namelijk een jongen zijn bijna dagelijkse route langs deze stenen en besloot hier te pauzeren. Doordat de laatste zonnestralen schuin op de rotsen vielen zag hij iets wat uitstak onder het mos en wat wel een poppetje leek. Zo begonnen de opgravingen en tot de dag van vandaag worden er nog nieuwe ontdekkingen gedaan.

Na Alta zijn we dan echt bijna zover, de Noordkaap is nog maar een klein stukje! Het is wisselvallig weer, regen en zonneschijn wisselen elkaar af. Onder een mooie regenboog gaan we door de tunnel en over het laatste stukje weg naar het bezoekerscentrum en de metalen wereldbol die buiten staat. We merken het al een beetje als we voor onze neus een motor zien omvallen, maar het waait op de Noordkaap en niet zo’n beetje ook! Overal om ons heen vliegen mutsen en andere spullen weg, zo snel dat mensen niet eens proberen ze te vangen. Maar het kan voor ons de pret niet drukken dat we bijna wegwaaien en in de beschutting van het blok waar de aarde op staat, openen we onze champagne en vullen snel onze glazen: We zijn op de Noordkaap!!
(Klein detail, ergens eind vorige eeuw kwamen er zoveel klachten over de hoeveelheid glas op de grond van kapotte champagneflessen, dat besloten werd niet standaard meer champagne te schenken)

Vanaf dit punt zullen we alleen nog maar richting het zuiden gaan. We gaan nu Finland in, naar de noordpoolcirkel. Naar Rovaniemi. Naar de kerstman! En dat is een heftige belevenis. Althans, voor mij of specifieker, voor de zesjarige Leslie die ik word op het moment dat ik de hoek om ga in het hoofdkantoor van de kerstman en de man zelf daar zit. De kerstman. Santa Claus himself. Te wachten om te kletsen met mij! Kan me niet schelen wat je zegt, maar dit is de echte en hij weet alles, hij vraagt zelfs in het Nederlands hoe het met mij gaat. Niet dat ik iets zinnigs antwoord, ik ben zo rood als een tomaat en helemaal verlegen… Wat Emiel natuurlijk de tijd van zijn leven bezorgt…
Vantevoren heeft Emiel nog aan familie gevraagd of we iets tegen de kerstman moesten zeggen en mijn lieve broertje antwoorde: ‘zeg de kerstman maar dat ik stout leek, maar dat het heus wel meeviel’… Emiel kan het uiteraard niet laten en gaat net zo lang door tot ik dit herhaal aan de kerstman … Die antwoord met : ‘I know what your little brother is talking about and I do think it was that bad. But Christmas is still two months away, so he has time to fix it.’. En als je me niet gelooft, het bewijs staat helaas op film.


Helemaal ondersteboven van ons bezoek trekken we verder door naar Kukkola, een stadje dat op zowel Finse als Zweedse grond ligt met een rivier ertussen. Ik heb ergens gelezen dat hier ook the Sauna Academy is gevestigd, met als motto ‘In Sauna Veritas’, waarheid is in de sauna. Daar moet toch een sauna te vinden zijn! Dat klopt, op de lokale camping staan iets van tien verschillende sauna’s … die gebruikt worden in het hoogseizoen. We mogen wel gebruik maken van een elektrische en eentje die we zelf moeten warm stoken met hout. Het weer is er perfect voor, regen en natte sneeuw vallen continu. Dus terwijl we heen en weer rennen om hout van buiten te pakken, koelen we mooi weer af na het opwarmen in de sauna. Daarna eten we nog wat in leuk klein restaurant aan het water en klimmen we moe en voldaan in de daktent.
Als we onze reis vervolgen door Zweden, begint het echt goed te sneeuwen. Het wordt nu echt een magisch winterwonderland. Onderweg komen we een kleine auto tegen die gestrand is in de sneeuw. De eigenaresse was onderweg naar de winkel voor hondenvoer, maar rijdt nog op haar zomerbanden…’Want het hoort nu nog helemaal niet te sneeuwen in Zweden!’. Omdat het dat toch wel echt doet, laten we eerst de sneeuwschuiver passeren voor we haar een duwtje geven met Buca. Buca heeft haar in no time over de berg sneeuw voor haar voorbanden en zo zijn we al snel weer op weg, op weg naar huis.

Het laatste stuk is in 2 dagen flink doorrijden over de brug naar Denemarken en dan via Duitsland terug naar Nederland.
Het was een geweldige reis om uit te vogelen wat we beiden willen, kunnen en volhouden. We hebben zoveel plezier gehad en Scandinavië is absoluut prachtig. Het is dan ook een feit dat we terug zullen komen, voor onder andere de Lofoten en het noorderlicht(er was op een gegeven moment meer kans daarop in Nederland dan bij de Noordkaap volgens de app😂)! Nu op naar de volgende reis!